Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [13]Ik bracht u in een [14]vruchtbaar land, om de vrucht van hetzelve en het goede er van te eten; maar toen gij daarin kwaamt, verontreinigdet gij Mijn land, en steldet Mijn [15]erfenis tot een [16]gruwel. 13. Dit zijn weder Gods woorden. 14. Hebr. Karmel. Zie 2 Kon.19:23; alzo onder hfdst.4 vs.26, en hfdst.48 vs.32, enz., versta Kanaan. 15. Zie Ps.86:10. 16. Bedrijvende daarin allerlei gruwelijke afgoderij, gelijk volgt.